Hallo,
Je gaat nu beginnen aan de kraamweek tips.
Deze zijn met zorg samengesteld en speciaal bedoelt voor na de bevalling. Maar begin vooral met lezen tijdens de zwangerschap.
Er zijn heel veel onderwerpen die we kunnen bespreken die te maken hebben met de kraamweek. In dit e-book vind je de meest voorkomende. Tips uit de praktijk waar je echt wat aan hebt!
Mis je iets ? Of heb je een tip die hier nog niet in staat ?
Mail me dan even dan bekijk ik of we het gaan opnemen in het e-book.
Want jullie zijn tenslotte nu ook ervaringsdeskundige.
De onderwerpen die worden benoemd staan in willekeurige volgorde.
Copywright
Niets uit deze bundel mag worden gedeeld/bewerkt/doorgegeven zonder mijn toestemming. Ik hoop dat je dit ook niet zal doen.
Bekkenbodemspieren:
Het is heel belangrijk om je bekkenbodemspieren in conditie te houden. Dit vanwege voorkoming van incontinentie of andere problemen. Je kan na de bevalling er gelijk mee beginnen.
Waar zitten die bekkenbodemspieren?
Je bekkenbodemspieren trainen is makkelijker gezegd dan gedaan: veel vrouwen hebben geen idee waar ze zitten. Een eenvoudige manier om hier achter te komen, is door te doen alsof je iets met je vagina vasthoudt (of je je plas ophoudt). Je kunt ze ook ontdekken door de plasstraal te onderbreken.
Oefening 1: Bekkenschommel
- Sta rechtop met je voeten stevig verankerd op de grond en je knieën lichtjes gebogen. Steek je borstbeen vooruit en recht je bovenlichaam. Houd je hoofd hierbij in het verlengde van je lichaam en laat je schouders ontspannen hangen.
- Leg nu de rug van je ene hand op je onderrug en de binnenkant van de andere hand op je buik onder de navel, de pink wijst naar het schaambeen.
- Beeld je in dat je bekkenbodem een schommel is die je schaambeen met je stuitbeen verbindt. Oefen met je pink doelbewust druk uit op het schaambeen.
- Adem uit met een toonloze ‘fff’ en kantel je bekken naar voren. Span hierbij je bekkenbodem aan door het schaambeen en stuitbeen samen te trekken. Blijf in deze houding zolang je uitademt.
- Bij het inademen kantel je bekken zo ver naar achteren dat je een kleine holle rug krijgt.
- Schommel je bekken steeds tien keer afwisselend naar voren en naar achteren.
Oefening 2: Trekkabel
- Ga plat op je rug liggen. Je benen zijn recht naar boven uitgestrekt, je voeten gekruist. Spreid je armen zijwaarts uit, de handpalmen zijn naar het plafond gericht. Trek je vingers uit elkaar.
- Je schouders liggen plat op de grond.
- Span je buikspieren op en breng je benen en zitvlak loodrecht wat hoger.
- Activeer hierbij de bekkenbodemspieren. Je moet voelen hoe de spieren zich naar boven en binnen verheffen. Doe dat nooit met een zwaai! Beeld in dat je voeten door een onzichtbare kabel naar boven worden getrokken. Je benen blijven altijd gestrekt. De beweging is heel klein.
- Houd de spanning even vast en keer dan weer terug naar de uitgangspositie.
- Voer twee reeksen uit van vijf herhalingen.
Oefening 3: Werveling
- Ga in zijligging op een comfortabele ondergrond liggen. Een klein, stevig kussen ondersteunt je hoofd.
- Trek je gebogen benen wat dichter bij je lichaam en leg je onderste arm met gebogen elle boog onder je hoofd. Je andere arm ligt ontspannen op je heup.
- Span je bekkenbodemspieren aan.
- Til je bovenste been vijf tot zeven centimeter op.
- Laat je been vervolgens weer zakken maar leg het niet helemaal op de grond.
- Herhaal de oefening 20 keer en wissel dan van kant. Voer de oefening nu met je andere been uit.
Bloedverlies:
Na de bevalling heb je altijd last van bloedverlies (vloeien). Bij de ene vrouw is het iets meer als bij de ander. Je kan ook behoorlijke stolsels verliezen, schrik hier niet van want dit is normaal. Mocht je twijfelen en denken:” nu verlies ik zoveel bloed”, bel dan altijd de verloskundige. Er kunnen ook stolsels mee komen, deze kunnen behoorlijk groot zijn. Schrik daar niet van! De stolsels kunnen net zo groot zijn als een mandarijn of een lapje biefstuk. Ook de kraamverzorgende houdt het in de gaten. Als het goed is zit er in jullie kraampakket hele grote maandverbanden. Gebruik deze ook hiervoor. Vaak heb je aan het begin zelf twee verbanden nodig. Bij ruim vloeien (= 2 kraamverbanden doordrenkt in een uur) of 2 grote bloedstolsels in 1 uur, moet je contact opnemen met de verloskundige. Het kan 3 tot 6 weken duren en het bloedverlies zal daarna afnemen.
Extra tip : Koop grote boxers/onderbroeken en gooi ze 12 weken na de bevalling weer weg.
Haaruitval:
Een mens verliest ongeveer 100 haren per dag. Als je pas bent bevallen, kan het zijn dat je ineens hele plukken verliest. Schrik hier niet van dit is normaal en je haar zal zich herstellen. Waarschijnlijk heb je dan tijdens je zwangerschap gemerkt dat je haar vast hield en een prachtige bos met haar had.
Extra tip : Droogshampoo kan heel handig zijn tijdens de kraamweek.
Hechtingen:
Als je gehecht bent, zal dit na de bevalling elke dag gecontroleerd worden door de kraamverzorgster. Soms heb je last van de hechtingen doordat het hele gebied wat beurs en gezwollen kan zijn. Om de klachten te beperken is het sowieso goed de hechtingen goed schoon te houden. Plas bijvoorbeeld onder de douche en zet een lege plastic frisdrank fles/bidon/thermosfles met warm water in de WC. Als je dan naar de WC geweest is het goed alles na te spoelen. Het zitten op een harde stoel is, ondanks dat het wat ongemakkelijk klinkt, ook beter dan het zitten op zachte kussens. Dit komt omdat een harde ondergrond de doorbloeding stimuleert en zo de genezing bevordert. Ten slotte kan warmte of kou de pijn verlichten. Meestal wordt er gebruik gemaakt van oplosbare hechtingen. Mochten er toch nog hechtingen blijven zitten en heb je er erg last van, dan kun je verloskundige vragen om ze te verwijderen.
Extra tip : Kamillethee werkt verzachtend voor de huid, spoel dus na op de WC met lauwwarme kamillethee.
Buik:
Tja, dan ben je bevallen en is die dikke duik ineens weg of een heel stuk kleiner, meestal heb je nog wel een buik gelijk aan 6 maanden zwangerschap soms is deze ook gelijk verdwenen. Dit komt omdat de buikspieren nog erg slap zijn en de baarmoeder nog terug moet gaan naar de oorspronkelijke stand. Je zult in bed je buik nog moeten ondersteunen als je omdraait. Als je op je buik sliep voordat je zwanger was zul je uit gevoel niet gelijk na de bevalling weer op je buik draaien. Het is goed om het oefenen van de buikspieren langzaam op te bouwen om blijvende beschadigingen te voorkomen. Ga nooit buikspieroefeningen doen zonder ook bekkenbodemspieren te trainen.
Door buikspieroefeningen verhoog je de druk in de buikholte, waardoor je anders de kans loopt de bekkenbodemspieren alleen verder te verzwakken. Buikspieren na 6 weken pas weer trainen. Bekkenbodem dag na de bevalling starten met lichte oefeningen.
Extra tip : Take it Easy, het komt vanzelf weer op het oude niveau.
Negatieve gedachten:
Iedereen heeft tijdens de kraamtijd wel momenten waarop ze het niet meer zien zitten. Dit kan gaan over hoe je op de bevalling terugkijkt, hoe de situatie in de kraamtijd is, hoe de baby het doet, hoe je eigen lichaam verandert, over onzekerheid, over loslaten van je baby, over familiesituaties, nou noem het maar op. Vaak helpt het om dingen bespreekbaar te maken. Praat bijvoorbeeld met elkaar of, als je partner aan het werk is, met een iemand anders die je vertrouwt. Misschien eis je wel te veel van jezelf. Soms is het echter zo dat de roze wolk zich helemaal geen moment laat zien, dat je nergens van kunt genieten en je de baby zelfs niet leuk meer vindt. Wees dan alert op deze signalen, ook als partner, en trek tijdig aan de bel. Misschien heb je last van depressiviteit en kan medicatie je helpen. Het zou zonde zijn als je de hele periode als naar ervaart alleen omdat je geen hulp durfde te zoeken.
Extra tip : Schrijf je bevallingsverhaal op, mail het naar jezelf of partner. Doe dit vrij vlot na de bevalling. Zodat je alles nog goed weet. Dit gaat naar verloop van tijd namelijk vervagen.
Kraambezoek regelen:
Er komt ontzettend veel op je af tijdens de kraamtijd. Kraambezoek kan hierin een toegevoegde vreugde zijn, maar ook een last. Je hebt het gevoel dat je niet toekomt aan rustig van je kindje genieten en dat jullie nooit eens gewoon met zijn drieën zijn. Het is hierom heel handig om kraambezoek goed te regelen. Geef aan in jullie geboortekaartje dat mensen eerst moeten bellen of e-mailen voordat ze langskomen en leg een rooster naast de telefoon, zodat je ook tijd kunt plannen om met zijn drieën te zijn. Maak daarnaast afspraken met elkaar en met de kraamhulp over het ontvangen van het kraambezoek. Bijvoorbeeld: maximaal 2 bezoeken per dag, maximaal 2 mensen in de slaapkamer, maximaal 20 minuten, voeden gaat altijd voor en kraambezoek mag naar de baby kijken, maar de baby niet vasthouden (persoonlijke keuze). Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen na zoveel weken een kraamfeest te houden, dan ben je in één keer klaar.
( kraamfeest/babyborrel advies is dit pas te organiseren na 6 – 12 weken na de bevalling )
Extra tip : Op dag 3 en 4 na de bevalling geen bezoek i.v.m. kraamtranen ( zie verderop dit e-book)
Extra tip : Spreek een codewoord Af met je partner: zodat je partner weet, zodra je dat uitspreekt, wanneer het tijd is om het kraambezoek af te ronden.
Hygiëne:
Bedenk dat een baby nog heel kwetsbaar is en dat hygiëne dus erg belangrijk is. Als jullie er voor kiezen dat sommige kraambezoekers jullie baby mogen vasthouden. Het bezoek eerst de handen wast. Om mensen niet terug te hoeven sturen naar beneden kun je hiervoor bijvoorbeeld een flesje ontsmettend hand gel naast je neer zetten. Wees er bedacht op dat mensen hun vingers in het mondje van de baby kunnen stoppen en wees niet bang om daar iets van te zeggen als je dit niet wilt. Verkouden mensen moeten een afstandje houden met de baby en mensen met een koortslip zijn helaas simpelweg verboden. Een koortslip kan namelijk een hersenvliesontsteking veroorzaken.
Kraamhulp:
In principe vergoedt je verzekering tot een maximum van 49 uur kraamzorg per bevalling. Dit is bijvoorbeeld één dag van zeven uur en zeven dagen van zes uur. Beval je op een maandag, dan heb je kraamzorg tot en met de maandag daarop, ongeacht of je ’s ochtends of ’s avonds bent bevallen. Hierbij is de geboortedag dag één van kraamzorg, ook als je ’s avonds bevalt.
Als je in het ziekenhuis bent, krijg je kraamzorg in het ziekenhuis en als je thuis bent komt er een kraamverzorgende naar je huis. Soms kom je in aanmerking voor maximaal twee extra dagen kraamzorg, bijvoorbeeld bij een keizersnede. Dit overlegt de kraamverzorger met de verloskundige. Bij problemen kan er tot een maximum van tachtig uur inclusief bevalling vergoed worden.
De kraamhulp is bij een thuisbevalling aanwezig en blijft dan of tot haar werkdag er op zit of totdat alles is uitgelegd en opgeruimd is. Als je de kraamzorg belt om je aan te melden, krijg je een indicatie hoeveel uren aan kraamzorg je krijgt. Hoe jullie dit verdelen kunnen jullie vaak per dag met haar bespreken. Het is raadzaam wel alle hulp te gebruiken die je aangeboden krijgt, want je komt tijd te kort. De taken van de kraamverzorgende zijn o.a. het controleren van de baby, het controleren van de moeder, het dagelijks schoonhouden van douche en toilet en het verschonen van het bedje van de baby en van het bed van de kraamvrouw. Verder zorgt ze voor het kraambezoek en helpt ze bij het overig reilen en zeilen in het huis.
Een goede kraamverzorgster is onmisbaar in een kraamweek. Als je een slechte relatie met de kraamverzorgster hebt of ze houdt zich totaal niet aan haar takenpakket, maak dit dan direct bespreekbaar of meld dit bij de kraamzorginstantie.
Laat het in ieder geval je week niet verpesten. In principe heb je elke dag dezelfde kraamhulp, soms kan het echter zijn dat er weinig hulp beschikbaar is, dan kan het voorkomen dat je steeds een andere hulp krijgt.
Extra tip : Maak een kraamplan en kijk goed naar de kraamzorgorganisatie en lees de recensies.
Geen leuke Kraamverzorgster of geen klik, bel alsjeblieft naar de kraamzorginstantie !!!!
Hielprik en gehoortest:
Als het goed is, geeft de kraamverzorgster aan het consultatiebureau door dat er een kindje is geboren. Vervolgens komt 5 tot 7 dagen na de bevalling een verpleegkundige van het consultatiebureau langs om een gehoortest bij het kindje te doen (dit gaat door registratie van de reactie van de gehoorgang op piepjes) en om de hielprik te doen. ( soms gebeurt dit ook door een verloskundige of huisarts of in het ziekenhuis als jullie daar nog zijn).
Bij de hielprik wordt een klein beetje bloed van het hieltje afgenomen om vroegtijdig bepaalde ziektes op te kunnen sporen. Er wordt getest op 26 aandoeningen. Het ziet er een beetje zielig uit en sommige kinderen vinden het helemaal niks.
Extra Tip: Het kan helpen om de voetjes wat te verwarmen door ze in een bakje met warm water te houden vlak voor de hielprik. Ook kan het helpen aan te leggen tijdens het prikken en in het hieltje te knijpen. Het voetje wat verwarmen met een warme washand/doekje helpt ook.
Controles van moeder en kind:
Zowel de kraamhulp als de verloskundige controleert moeder en baby gedurende de dagen van het kraambed. De kraamhulp doet dit door het bijhouden van een kraamboek, de verloskundige door 2 of 3 bezoekjes aan de kraamvrouw in de week na de bevalling. De baby zal gedurende de week constant gecontroleerd worden op kleur, op ademhaling, op temperatuur, op hoe de huid er uit ziet, op het aantal plas- en poepluiers die hij of zij heeft en op hoe het naveltje eruit ziet.
Voor de moeder geldt dat er dagelijks gekeken wordt naar haar temperatuur, naar hoe het bloedverlies zich ontwikkeld, naar hoe de hechtingen helen en of daar geen sprake is van ontsteking, of ze voldoende plast en of ze regelmatig ontlasting heeft. Ook controleert de verloskundige of de baarmoeder mooi kleiner wordt na de bevalling.
Slapen:
Als je dacht dat slapen alleen tijdens de zwangerschap een probleem was, dan kom je na de geboorte bedrogen uit. Jullie baby zal nog geen dag- en nachtritme kennen en zal hierom ’s nachts en overdag vaak evenveel wakker zijn. Daarnaast moet een kindje de eerste tijd nog zo’n 10 keer per etmaal gevoed worden en heeft het vaak dan ook een schone luier nodig. Hier ben je ’s nachts dan ook (vooral in het begin) behoorlijk wat tijd aan kwijt. Het kan ook veel tijd kosten om aan het geluid van je kindje te wennen en je slaapt vaak minder diep, omdat je onbewust luistert naar de ademhaling van jullie baby. Het aantal keren dat een baby ’s nachts wakker wordt, wordt wel steeds minder, maar op welke termijn een kindje doorslaapt is niet te zeggen. Het ene kind slaapt na een klein aantal weken al een nacht door, het andere kind pas na een jaar. Het beste is je er ’s nachts niet te druk over te maken dat je weer vroeg op moet, dat maakt dat je alleen maar minder slaapt. Bedenk dat je lichaam veel meer aan kan dan je zou denken. Elke keer als je ’s nachts denkt dat je niet meer verder kunt, blijkt dat je ’s morgens toch weer voldoende energie hebt om op te staan. Voor de moeder geldt natuurlijk: slaap wanneer de baby slaapt (ook overdag). Voor de slaap van de vader zullen jullie zelf afspraken moeten maken, want hij kan overdag niet bijslapen.
Extra tip : Maak een plan/schema bv : jij mag zaterdag uitslapen en je partner zondag.
Kraamtranen:
Je denkt aan het begin van zo’n kraamweek als kraamvrouw dat je heel wat bent. Dat je na zo’n bevalling de hele wereld wel aan moet kunnen. En dan begint het: slapeloze nachten, kraambezoek, de indrukken van je kind, het moedergevoel, je lichaam dat nog moet herstellen, stuwing van de borstvoeding etc, etc, en dan ja hoor, ook dat nog: hormonen. Dit alles maakt dat vrouwen rond de derde dag een huildag hebben. Kraamtranen wordt de babyblues genoemd. Het enige dat helpt is: lekker dicht bij je kindje zijn, veel slapen, je verhaal kwijt kunnen en een knuffel van je partner. Misschien is het handig om geen bezoek op deze dag te hebben. Voel je vrij om gepland bezoek zelfs af te melden: “Helaas, het is allemaal een beetje te veel. We vinden het jammer, maar we moeten een andere afspraak maken”
Extra Tip: Advies is om op dag 3 en dag 4 na de bevalling geen bezoek in te plannen.
Huisarts:
De functie die de huisarts vroeger bij de bevalling had, is tegenwoordig vrijwel altijd overgenomen door de verloskundige en het ziekenhuis. Veel huisartsen vinden het ondanks dat toch prettig te weten dat het kindje is geboren. Sommigen komen zelfs nog langs om te kijken hoe het met jullie en de baby gaat en om te horen hoe de bevalling is gegaan. Belangrijker is niet te vergeten dat je je kindje bij de ziektekostenverzekering moet doorgeven. Voor gezondheidskwesties in de eerste levensjaren van het kind kun je natuurlijk bij de huisarts terecht, maar het consultatiebureau staat ook altijd voor je klaar.
Aangifte:
De aangifte van het kindje moet binnen drie werkdagen na de bevalling worden gedaan in de gemeente waar het kind is geboren. De dag van de geboorte telt niet mee als dag. Het kind wordt vervolgens bijgeschreven in het bevolkingsregister van de plaats waar de moeder staat ingeschreven. Voor de aangifte moet je een geldig identiteitsbewijs van beide ouders meenemen, een verklaring van de arts of verloskundige en evt. het trouwboekje. Aangifte is veelal een taak van de partner. De partner krijgt hiervoor meestal verlof.
Is er vóór de geboorte erkenning of naamkeuze gedaan? Dan moet u de akte daarvan meenemen als u geboorteaangifte doet. De gegevens van die akte komen in de geboorteakte.
Online geboorteaangifte:
In sommige gemeenten kunt u online geboorteaangifte doen. Gemeenten mogen zelf bepalen of zij die mogelijkheid bieden. Daarom is het niet in elke gemeente mogelijk.
Alleen de vader of moeder kan online aangifte doen.
Voeding van de moeder:
Als voedingstips voor de moeder kan ik vooral zeggen dat drinken erg belangrijk is. Ten eerste om het plassen goed op gang te houden, maar ook omdat je bij borstvoeding geven meer vocht nodig hebt. Ook vezels zijn belangrijk voor het opgang houden van de stoelgang, dus veel bruin brood en ontbijtkoek. Extra tips zijn.
- Kippensoep: Tijdens de bevalling verlies je door dat zweten veel vocht. Kippensoep bevat veel zout en elektrolyten en is daarnaast een goede maaltijd om je lichaam te hydrateren na een uitputtende bevalling. Ook voelt het niet zo zwaar op de maag, als je zin hebt in iets lichts na de bevalling.
- Rundvlees producten: zorgen voor de aanvullen van ijzer, eiwitten en natrium dit zorgt ervoor dat het lichaam vlotter herstelt.
- Bonen: Bonen zijn echte energiebommen doordat ze vol zitten met vezels en proteïnen. Dit is dan ook een geliefd voedingsmiddel onder vegetariërs en veganisten. Je kunt ze ook lange tijd bewaren en in grote hoeveelheden inslaan in blik.
Extra tip: Als je borstvoeding gaat geven is het verstandig om naast te bed een flesje water/ranja neer te zetten om je vocht te kunnen aanvullen. Drink je te weinig kan dit behoorlijke hoofdpijn veroorzaken. Ook bij het geven van flesvoeding is deze tip te adviseren.
Uiterlijk baby:
Waar op gelet wordt gedurende de kraamweek is de kleur van de baby. Een gele kleur kan er op wijzen dat het teveel aan hemoglobine dat een pasgeboren baby heeft en dat later omgezet wordt in bilirubine niet voldoende kan worden afgevoerd. Als dit slechts klein beetje zo is, is dit geen probleem. Leg het baby’tje wat meer in direct zonlicht. Dit stimuleert de afbraak van bilirubine in de huid. Als de kraamverzorgster twijfelt overlegt ze met de verloskundige. Soms heeft het kindje wat meer hulp nodig en moet het in het ziekenhuis onder een speciale lamp. Dit zorgt ervoor dat de stimulatie op gang komt voor de afbraak van bilirubine en het kindje een gezonde kleur krijgt.
Soms kan de huid van de baby in het begin wat paars/blauw zien. Dit komt omdat de doorbloeding op gang moet komen. In principe trekt dit ook vlot weer weg. Dit checkt de verloskundige en ook de kraamhulp.
Huilen van de baby:
Sommige baby’s huilen bijna niet, andere iets meer. Als een baby huilt, zul je merken dat je in het begin een standaard lijstje in je hoofd afwerkt: Heeft hij/zij genoeg eten gehad? Is de baby verschoond? Heeft het last van krampjes? Mist het één van de ouders of is het moe en moet het gewoon naar bed. Als je al deze dingen afgaat zijn er maar weinig baby’s die je niet kunt troosten. Toch zijn er baby’s die ook dan blijven huilen. Wanneer een baby dit doet ligt de oorzaak vaak of in een allergie, of in een overvloed aan prikkels. Soms ligt dit niet eens aan de drukte om het kind heen, maar meer aan de gevoeligheid van de baby zelf. Wat je hiertegen kunt doen is de drie principes van rust, reinheid en regelmaat toepassen.
Deze principes gaan uit van prikkelreductie, door bijvoorbeeld weinig bezoek of je zou aan de slag kunnen gaan met inbakeren. Inbakeren moet je leren en laat je hier goed over informeren. Regelmaat waarbij het kind altijd op vaste tijden naar bed wordt gebracht, eruit wordt gehaald, mag spelen, met rituelen eraan vast, waardoor het kind weet waar het aan toe is. Huilbaby’s hebben vaak een grote zuigbehoefte, zuigen biedt hen troost. Als jullie het idee hebben dat jullie kindje teveel huilt, wacht dan niet te lang met hulp zoeken. Raadpleeg kraamhulp, verloskundige of consultatiebureau.
Extra tip: De baby mist ook vaak z’n vertrouwde omgeving in de baarmoeder. Daar was het altijd donker, daar was het altijd 37 graden, daar hoorde de baby altijd geruis van de bloedvaten. Wat heel goed helpt is het geluid wat het kindje hoorde aan te bieden. Pak je kindje vast en ga in de keuken staan en zet de afzuigkap aan op de hoogste stand. Al wiegend zal het kindje vaak rustig ervan worden. Het geluid van de afzuigkap lijkt op het geluid wat het kindje hoorde in de baarmoeder, dus vandaar.
Tip: Rond het einde van de middag of het begin van de avond zijn baby’s vaak wat extra hongerig of willen graag wat extra aandacht. Dit noemen we clusteren. Dit doet de baby zodat het daarna wat langer kan slapen. Clusteren komt heel vaak voor.
Relatie:
De geboorte van jullie kind zal jullie relatie hoe dan ook veranderen. Jullie worden van partner-vrouw of vriend-vriendin ineens vader en moeder. Ook de manier waarop je naar je partner kijkt, verandert hierdoor. De gesprekken die jullie hebben gaan ineens veelal over het kind en het is door de drukte moeilijker om tijd samen te vinden. Verwacht niet dat dit binnen een week allemaal weer bij het oude is. Jullie moeten een nieuwe manier vinden om met elkaar zowel gezin als partners te zijn. Als dit goed lukt is het een verrijking voor jullie leven.
Extra tip : Maak in je agenda een afspraak om 12 weken na de bevalling samen uit te gaan eten. Regel opa/oma/tante/oom voor oppas en ga samen even kort weg.
Seksualiteit:
Het spreekt voor zich dat jullie de eerste tijd na de bevalling voorzichtig moeten zijn met vrijen. Zodra de wond is genezen kunnen jullie beginnen met wennen aan jullie nieuwe seksuele relatie. Dit kan wat tijd kosten omdat zowel de partner als de vrouw soms een hele tijd geen behoefte heeft aan vrijen. Dit kan komen door de veranderende rol die je allebei hebt, de nieuwe situatie die is ontstaan, hormonen en door gebroken nachten.
Toch is het belangrijk momenten te blijven zoeken om tijd te besteden aan intimiteit. Het belangrijkste is dat het een bespreekbaar onderwerp blijft. In het begin ervaren veel vrouwen pijn bij het vrijen (dit kan ook door de verandering door de borstvoeding komen), glijmiddel kan hierin een oplossing bieden. Denk natuurlijk wel na over anticonceptie, want dat borstvoeding beschermend is tegen zwangerschap is een fabel. Let op bij gebruik van de pil, dat je goed nakijkt welke pil in combinatie met borstvoeding gebruikt kan worden.
Adviezen:
Of je nu wil of niet, nieuwe ouders krijgen vaak gevraagd en ongevraagd advies. Probeer hierin dicht bij je eigen gevoel te blijven en adviezen te verzamelen die bij jullie passen. Als je echt dingen wilt weten, wat natuurlijk helemaal geen schande is, praat dan met iemand die je vertrouwt. Iemand, die niet verwacht dat je het gegeven advies gelijk opvolgt.
Extra tip: Een moeder met een net wat ouder kindje (3mnd) kan je heel veel steun aan hebben omdat ze heel veel zullen herkennen en kunnen helpen.
Rol van de papa/partner:
Het kan voorkomen dat je als vader/partner een achterstand te hebben in het kennen van je kindje. Dit is misschien wel een beetje zo, maar het voordeel is dat dit ook snel weer ingehaald kan worden. Neem veel tijd samen met je kindje door het op je blote borst te laten liggen, je stem te laten horen en te knuffelen. Zo bied je je kindje een nieuwe vertrouwde omgeving van jou als vader en geef je toe aan de behoefte je kindje te koesteren.
Extra tip: Het kindje heeft veel behoefte aan huid-op-huid contact ( lees huidhonger) dit kan je als partner prima op je nemen en versterkt de band.
Ontzwangeren:
Onder ontzwangeren verstaan we de periode vanaf de bevalling tot het moment waarop je aan de nieuwe situatie gewend bent, en je lichaam alle dingen die te maken hadden met de zwangerschap weer kwijt is. Denk bijvoorbeeld aan je hormoonhuishouding. Ontzwangeren duurt vaak veel langer dan je denkt. Vrouwen hebben soms na drie maanden het gevoel alweer de oude te staan. Maar voor ontzwangeren staat negen maanden tot een jaar. Sta dus niet raar te kijken als je in die tijd soms nog erg moe bent, vergeetachtig bent of wisselvallig. Dit hoort er allemaal bij en zal in de loop van de tijd echt wel verdwijnen.
Vadergevoel/moedergevoel:
Sommige ouders hebben gelijk na de bevalling een vader- of moedergevoel. Je hoort ook vaak de term onvoorwaardelijke liefde. Soms duurt het even voordat dit gevoel er is. Je kunt je hierdoor erg onzeker gaan voelen of schuldig ten opzichte van het kind. Dan is het goed te weten dat instinctief een vader of moeder altijd en beschermende relatie tot zijn kind heeft. Soms moet vader- of moedergevoel groeien voordat je het kunt herkennen. Als je na maanden toch niet het gevoel hebt echt vader of moeder te zijn kan het goed zijn om eens met iemand te praten die je vertrouwd om te kijken wat hierachter kan zitten. Voel je niet schuldig en gun jezelf de tijd.
Temperatuur van de baby:
Sommige baby’s kunnen zichzelf moeilijk op temperatuur houden. Om baby hiermee te helpen kan gebruik gemaakt worden van warme doeken, een kruik in het bedje of de lichaamswarmte van de ouders. Je kraamhulp zal je hierin ook adviseren en dit goed controleren in de kraamweek. Baby’s verliezen veel warmte via het hoofd omdat dit verhoudingsgewijs vrij groot is. Een mutsje is hierom vaak een goede oplossing. Dit is vaak alleen de eerste week nodig. Daarna kunnen baby’s zelf zichzelf op temperatuur houden.
Meet telkens bij het verschonen de temperatuur van de baby met een digitale thermometer (liefst een nieuwe) in de anus van de baby (ongeveer 1,5 cm). Een normale temperatuur ligt tussen de 36,5 en 37,5 graden. Handjes en voetjes voelen vaak wat koud aan.
Lager dan 36,0˚C Zat de thermometer diep genoeg? Zo niet? Meet opnieuw. Temperatuur lager dan 36˚C? Bel de verloskundige.
Tussen 36,0 – 36,5˚C Ga samen lekker warm in bed liggen. Ontbloot je eigen bovenlichaam en leg je kindje bloot op je borst. Laat de luier om en doe de baby een mutsje op. Dek goed toe met warme dekens. Als dit niet lukt, leg de baby in het bedje, met een extra dekentje en een mutsje. Als je een kruik gebruikt, draai deze stevig dicht en controleer of het rubber niet lekt. De kruik rol je in een hydrofiele luier en knoopt deze dicht. Je legt de knoop in de richting van de rug van de baby maar er niet tegenaan en nooit onder de dekens. De dop richting voeteneind met een handbreed ruimte tussen de baby’s rug en de kruik. Meet de temperatuur dan na een uur nogmaals. Is hij niet gestegen, bel dan de verloskundige.
Tussen 37,5 – 38,0˚C Doe het mutsje af. Leg de baby boven de dekens of kleed de baby wat koeler. Meet dan de temperatuur na een uurtje nogmaals. Blijft hij te hoog? Bel dan de verloskundige.
Hoger dan 38,0˚C Bel direct de verloskundige.
Plas en poep van de baby:
De eerste ontlasting van de baby noemen we meconium. Meconium is donker van kleur en erg kleverig. Het gaat soms moeilijk van de billen af. Zodra de spijsvertering op gang is zal de ontlasting veranderen. Bij borstvoeding wordt de ontlasting waterig en geel. Dit kan resulteren in spuitluiers waarbij het kindje regelmatig onder zit. Bij kunstvoeding is de ontlasting wat harder. Dit komt omdat kunstvoeding wat moeilijker te verteren is. Als jullie merken dat jullie kindje moeite heeft het verteren van de kunstvoeding kan een ander soort voeding uitkomst bieden. Het belangrijkste is dat een kindje goed blijft plassen. Het aantal natte luiers per dag wordt hierom bijgehouden door de kraamhulp.
Extra tip : Smeer de eerste 24 tot 48 uur de billetjes in met vaseline. Dit zorgt ervoor dat het meconium iets makkelijker te verwijderen is. Je kan ook een klein beetje babyolie gebruiken. Na schoonmaken van de billetjes smeer je het in met sudocrem ( zinkzalf).
Veilig slapen:
Natuurlijk willen jullie het kindje zo vlak na de geboorte het liefst zo dicht mogelijk bij je houden. Toch wordt er geadviseerd het kindje niet in jullie bed te laten slapen. Als jullie baby namelijk onder de dekens komt, kan het hierin stikken. Het kindje kan hierom het beste in zijn eigen wiegje slapen dat laag wordt opgemaakt, zodat verstikking niet kan gebeuren. De kraamhulp zal jullie dit laten zien. Voor de veiligheid wordt geadviseerd het kindje op jullie slaapkamer te slapen te leggen omdat jullie onbewust toch in de gaten zullen hebben wanneer de ademhaling van jullie baby’tje moeilijker gaat. Daarnaast is het ook gewoon het makkelijkst als je er nog zo vaak per nacht uit moet om jullie baby te voeden, verschonen of troosten. Je kan gebruik maken van een co-sleeper. Maak je gebruik van de Aero sleep dan is het advies dit pas te gebruiken als het kindje zich op temperatuur kan houden.
Jullie zullen ook wel eens gehoord hebben van wiegendood.
Voor actuele informatie hierover verwijs ik je graag door naar : www.kinderveiligheid.nl
De informatie die hieronder staat komt hier ook vandaan.
Soms overlijden kinderen tussen de 0 en 2 jaar onverwacht in hun slaap, terwijl ze verder gezond leken. Dat heet wiegendood, ook wel ‘Sudden Infant Death Syndrome’ (SIDS) genoemd. Per maand sterft er in Nederland nog altijd gemiddeld 1 baby aan wiegendood. Dat is er elke maand 1 te veel. Wanneer is het risico op wiegendood het grootst? En wat kun je doen om wiegendood te voorkomen?
Over de oorzaken van wiegendood is nog veel onduidelijk. Dankzij onderzoek weten we wel wanneer het risico op wiegendood het grootst is. Er zijn risico’s die je niet kunt voorkomen. Denk aan het geslacht (wiegendood komt vaker voor onder jongens), een vroeggeboorte, een laag geboortegewicht, meerlingen of een jonge moeder. Maar er zijn ook risico’s die je wel kunt voorkomen:
1. Laat een baby nooit op de buik slapen
Sinds oktober 1987 wordt het in Nederland afgeraden om je baby op de buik te laten slapen. Er zijn sinds die tijd veel minder gevallen van wiegendood. Waarom wordt op de buik slapen afgeraden? Er kunnen 4 dingen gebeuren:
- Als een baby op de buik ligt, kunnen de neus en mond tegen het matras aan komen te liggen. Daardoor bestaat de kans dat een baby uitgeademde lucht voor een deel weer inademt (rebreathing). Zo krijgt een baby te weinig zuurstof binnen.
- Wanneer een baby op de buik ligt, wordt de druk op de neus en de onderkaak groter. Dit komt doordat de baby met het gezichtje tegen het matras of de zijkant van het bed aan ligt. De neus vervormt, waardoor er minder lucht door de neusgaten kan en er ademnood kan optreden.
- Op de buik kan een kind zich makkelijker met de benen of armen afzetten en verplaatsen. Jonge baby’s verplaatsen zich vooral naar het hoofdeinde van het bed, waar hoofdbeschermers of andere kussenachtige materialen een gevaar vormen. Iets oudere baby’s bewegen zich naar het voeteneinde, waardoor ze onder het beddengoed terecht kunnen komen.
- Als een kind op de buik ligt, kan het minder makkelijk zijn warmte kwijt. Een baby kan het zo dus te warm krijgen.
Je kunt je baby vanaf de geboorte het beste op de rug laten slapen. Ook op de zij raden wij af, want je kind rolt al na een paar weken makkelijk van de zij naar de buik.
2. Te warm
Door slechte ventilatie in de kinderkamer en te veel lagen beddengoed krijgt een kind het te warm. Dit noemen we oververhitting of warmtestuwing. Het lichaam van het kind probeert af te koelen, waardoor de bloedvaten in de huid wijd open gezet worden. Hierdoor daalt de bloeddruk, waardoor het hart harder moet pompen en (te) zwaar wordt belast. Let daarom goed op dat je je kindje niet te warm aankleedt of toedekt.
3. Onveilig beddengoed
Bij onveilig beddengoed voor baby’s kun je denken aan beddengoed dat te warm is, zoals een dekbed. Andere voorbeelden zijn kussenachtige producten, zoals hoofdbeschermers of bednestjes. Je baby kan hier tegenaan komen te liggen met het gezichtje. Als dat gebeurt, kan je baby niet goed ademen. Dit geldt ook voor te zachte matrassen.
4. Samen slapen
Natuurlijk wil je je baby lekker dichtbij je houden, vooral de eerste tijd. Maar de veiligste slaapplek voor je kind is het eigen wiegje of bedje, niet het bed van de ouders. Zet de wieg het eerste half jaar naast je eigen bed, of gebruik een co-sleeper. Zo slaapt je kind ook dichtbij en kan je het goed in de gaten houden.
Samen met je baby in één bed slapen, vergroot de kans op wiegendood, vooral in de eerste 4 maanden. Waarom?
- Je kind kan het te warm krijgen, door jouw warmte of dat van het warme dekbed.
- Je kind kan onder het dekbed terechtkomen, tussen matrassen bekneld raken, uit bed vallen of met het gezichtje tegen kussens aandrukken.
- Jij kan door vermoeidheid per ongeluk op je kindje rollen.
Dit risico wordt nog groter als je als ouder rookt, medicijnen gebruikt, hebt gedronken of erg vermoeid of gestrest bent.
5. Roken
Vooral als je zelf rookt tijdens en na de zwangerschap, vergroot de kans op wiegendood. Maar ook passief meeroken is gevaarlijk voor je baby. Je kind krijgt minder zuurstof binnen en groeit minder goed. Ook de werking van de longen kan verslechteren. Stop met roken tijdens en na de zwagerschap. Rook sowieso nooit in aanwezigheid van je kind. Let op: Een kind rookt ook mee als een rokende ouder borstvoeding geeft, of als een rokende ouder het kind bij zich in bed neemt.
6. Kalmerende medicijnen
Er zijn aanwijzingen dat kalmerende medicijnen een rol spelen bij wiegendood. Het gaat hier om medicijnen als promethazine, alimemazine en oxomemazine. Door de kalmerende stoffen kan een kind te diep slapen, wat nadelige gevolgen kan hebben voor de ademhaling. Moeders die borstvoeding geven, moeten deze medicijnen ook vermijden. Ons advies is om dit te bespreken met de huisarts, als je dit soort medicijnen gebruikt of wilt gebruiken.
Extra tip: Leg in het ledikant/wiegje een shirt van jou wat je een dag hebt gedragen om het matrasje heen. De kraamverzorgster kan je helpen hoe je dit het beste kan doen. Belangrijk is dat je het shirt er niet zomaar los in legt i.v.m. gevaar om onvoldoende zuurstof te krijgen of te veel warmte voor de baby.
In het shirt zitten jouw huidgeur en geur van je borsten. Het kindje ruikt dan dat het in de buurt is van jou en dat geeft rust.
Stuwing:
Zo rond de tweede of derde dag hebben veel vrouwen die borstvoeding willen geven last van stuwing. Stuwing ontstaat door een overproductie aan melk, oftewel een verschil in vraag en aanbod. Dit moet zich dus natuurlijk oplossen. Wel kun je proberen de stuwing te verminderen door het kindje zoveel mogelijk weg te laten drinken, de pijn in de borsten weg te nemen met koude kompressen tussen de voedingen door of een warme douche. Als de stuwing echt heel pijn doet, kun je de borsten één keer leeg kolven. Stuwing komt ook voor als je flesvoeding geeft. Leg een natgemaakt maandverbandje in de vriezer. Deze kan je gebruiker als koud kompres.
Extra tip: Pak een zip zakje of een boterhammenzakje doe daar wat lepels appelstroop in en leg deze in de vriezer. Deze is buigzamer dan een maandverbandje wat uit de vriezer komt./ Gekneusde koolbladeren doen ook goed hun werk. Draag een strakke BH.
Plas en ontlasting van de moeder:
Het is belangrijk dat het plassen en de ontlasting van de moeder snel weer op gang komt. Het plassen moet zelfs binnen 6 tot 8 uur na de bevalling al gebeurd zijn. In het begin kun je het beste onder de douche plassen omdat het water de onderkant dan gelijk schoonspoelt en het dus niet of minder prikt. Als je wel op de WC plast, zorg dan dat je een lege frisdrankfles/bidon/thermosfles met warm water klaar hebt staan om eventuele hechtingen mee schoon te spoelen.
De aandrang voor ontlasting kan wat beangstigender zijn, maar valt vaak alles mee. Als je veel last hebt van aambeien wegens het persen probeer dan zo weinig mogelijk druk te zetten. Eventueel kan lidocaïnezalf worden voorgeschreven om de pijn te verlichten.
Plassen kan echt in het begin heel gevoelig zijn omdat je bij de vaginale bevalling de vagina opgerekt is er daarmee wat scheurtjes ontstaan in de huid van de binnenkant van je vagina. Ook kan het zijn dat je wat groter scheurtjes hebt aan de binnenkant of buitenkant en dit moet soms gehecht worden. Dat zorgt ervoor dat plassen in het begin een hele uitdaging. Denk aan de tip van kamillethee en lees de kraamweek prepps.
Vocht verliezen:
Je lichaam heeft, vooral in de weken voor je bevalling, veel vocht vastgehouden en dat verlies je nu in de vorm van veel plassen en (nacht) zweten. Leg een handdoek onder je hoeslaken voor je gaat slapen en vraag de kraamverzorgster je bed regelmatig te verschonen. Je bent dus niet in de overgang maar dit is een ongemak na de bevalling.
Naweeën:
Na de bevalling kun je last hebben van naweeën of krampen. Dat is omdat je baarmoeder krimpt naar de oorspronkelijke grootte. Het kan flink pijn doen. Tips tegen de pijn: zorg dat je blaas steeds leeg is (dan kan de baarmoeder goed krimpen), leg een warme kruik op je buik en/of gebruik (in overleg met je verloskundige) paracetamol.
Herstellen van een keizersnede:
Het herstel na een keizersnede duurt vaak langer dan na een vaginale bevalling. Je blijft na de operatie altijd een paar dagen in het ziekenhuis tot je wond goed genoeg genezen is. Bij thuiskomst moet je ook rustig aan doen: voor het herstel na een keizersnee staat zes weken rust. Ook moet je oppassen met de bewegingen die je maakt. De hechtingen zijn bijna altijd oplosbaar. Hiervoor hoef je dus niet terug naar het ziekenhuis. Wel ga je na zes weken terug voor de nacontrole bij de verloskundige/gynaecoloog. Je mag dan ook weer wat actiever worden. Een keizersnede is een pittige buikoperatie die ze niet zomaar doen. Omdat het herstel een stuk langer duurt is het in Nederland geen standaard optie.
Menstruatie:
Je menstruatiecyclus zal zich in de weken na de bevalling herstellen. Geef je kunstvoeding? Dan is de kans groot dat je na 6-8 weken weer voor het eerst menstrueert. Bij moeders die volledig borstvoeding geven, is het vaak zo dat de menstruatie nog niet op gang komt. Soms is het zo dat als het aantal keren borstvoeding per dag afneemt, de cyclus op gang komt. Maar het kan ook zo zijn dat je pas weer start met menstrueren als de borstvoeding periode stopt. Het is goed om te weten dat de eerste menstruatie nadat je bevallen bent heviger kan zijn en/of langer kan duren dan je gewend bent. Ook goed om te weten: dat je (nog) niet menstrueert, wil niet zeggen dat er geen eisprong kan zijn en je dus wel zwanger kunt raken!
Huidhonger :
Baby’s hebben veel behoefte aan huid – op – huid contact dat er zelfs een term voor bestaat.
HUIDHONGER.
Je baby zal minder stress ervaren, minder huilen en meer kunnen ontspannen als hij of zij vaak huis-op-huid contact heeft. Onderzoek toont aan dat direct en veel huid-op-huid contact de groei en ontwikkeling van jouw baby bevordert. Het is heel bijzonder dat je als vader of moeder de temperatuur kan regelen bij de baby. Het dient als verkoeling of juist als verwarming.
- Het stabiliseert het hartritme de ademhaling en suikerspiegel van je baby.
- Het helpt baby’s om op temperatuur te blijven.
- Het zorgt voor een beter slaappatroon
- Het zorgt voor een betere immuniteit van je baby
- Het bevordert de melkproductie en zet de baby aan tot drinken.
Perfect Moms:
Op insta of facebook scrol je wellicht door allerlei pagina’s en zie je van alles voorbij komen wat enorm perfect lijkt. Altijd slapende baby’s, baby’s die nooit huilen, geen last hebben van darmkrampjes of doorkomende tandjes. Door deze berichten kan jij je heel onzeker gaan voelen. Het gevoel van tekort schieten.
Hier kan ik kort over zijn. Deze perfecte berichten zijn Bullshit !
De perfect mom bestaat niet !! Remind that. Je doet het hartstikke goed en het aller belangrijkste is dat je liefde geeft in de vorm van knuffelen/kusjes/huid-op-huid, neem je rust en hou je kindje lekker bij je wanneer jij dit wil en het is soms echt loodzwaar, en dat is allemaal prima!
Kraamweek Prepps:
Zet op de toilet een mandje klaar met daarin een thermoskan kamillewater (werkt verzachtend bij uitscheuren of wondjes ) plus twee speciale bidons/frisdrank fles om mee te spoelen een krukje om te voeten op te zetten (gebruik deze bij de eerste ontlasting sessie trust me, dit wil je) en verkoelende en verwarmde kompressen ( dit kan nat maandverbandje zijn wat in de vriezer is geweest of een warm washandje. Denk ook aan de appelstroop tip )
Zorg ervoor dat je eiwit en ijzerrijke producten in huis haalt. Zeker als je vegetarisch bent. Na de bevalling moet je lichaam herstellen. Dit doet het lichaam met eiwitten en ijzerrijke producten. Denk hierbij aan rosbief, biefstuk, en linzen.
Bedklossen om het bed te verhogen zodat de bevalling eventueel thuis kan en dat de kraamverzorgster makkelijk te bed kan verschonen. Een rugsteun is ook fijn zodat je goed ondersteunt op bed kan zitten met voeden of kraambezoek.
Koop wat boxers voor jezelf. Dit is nodig voor het kraamverband waarvan je in het begin er 2 per keer nodig hebt. Je mag natuurlijk ook de boxer van je partner aan doen.
Roller parfum vrije deo zodat je toch kunt opfrissen zonder sterke geur die de baby beïnvloed bij het geven van de borst.
Kraampakket, deze krijg je meestal toegestuurd van je zorgverzekering en ze zijn te koop bij een Prénatal.
Vriezer aanvullen met wat maaltijden die je of van te voren hebt bereid of je koopt deze zodat je als de kraamweek is afgelopen altijd voldoende in huis hebt.
Is dit je tweede/derde/volgende kindje ? Maak een grabbelton voor de oudste. Telkens als ze een klein klusje hebben gedaan mogen ze even grabbelen. Denk hierbij aan luier pakken, spuugdoekje halen, even naast jou komen zitten, luierdoekjes, speentje pakken enz….
Denk ook aan dat je naast je bed een fles water of ranja zet zodat je ’s nachts voldoende blijft drinken.
Zorg ervoor dat je deze boodschappen in huis haalt voor de visite en de kraamverzorgster.
- Beschuit, boter en muisjes/ of andere uitdeel variant.
- Voldoende drinken (water, thee en koffie zijn altijd prima en verder wat limonade of fris; suiker of zoetjes en koffiemelk)
- Desinfecterende gel
- Voldoende wc papier
- Voldoende schoonmaakmiddel voor de kraamzorg (vaatwastabletten, toilet, badkamer en wasmiddel zijn de belangrijkste)
- Een mooi kraambezoek boek voor de visite (ook handig om te hebben: een instax met fotopapier zodat je gelijk de foto’s kan inplakken in het kraambezoek boek )
Roze en Blauwe Wolk :
Je zult de term roze en blauwe wolk vaker horen net na de geboorte van jullie baby. Het is een veel gebruikte term voor de periode net na de bevalling.
Het sluit mooi aan op wat hierboven staat over perfect moms.
Dat moeder worden overweldigend is, lijkt mij meer dan logisch. Sommige moeders hebben heel lang moeten wachten tot ze een kindje in hun armen konden sluiten. De ander was na één keer proberen meteen zwanger. Dat je een kindje wenst, wil niet zeggen dat het daarom minder zwaar is als je net bevallen bent. Veel moeders voelen zich schuldig, als ze niet zo goed kunnen genieten van hun kindje. Ik begrijp dat heel goed, maar je hoeft je absoluut niet te schamen voor het feit dat je het moederschap niet alleen maar leuk en fantastisch vindt. Hoe eerlijker we hier met zijn allen over zijn, hoe meer dat taboe er doorbroken wordt!
De Wolk is eerder in het begin lichtgrijs door alles wat je overkomt. De bevalling, het voor het eerst moeder worden, het verantwoordelijkheidsgevoel wat je hebt, een nieuw ritme, weinig slaap, je lichaam wat zich moet herstellen. Bij de ene vrouw is er wel een roze/blauwe wolk en bij de ander dus niet. Het is allemaal goed zolang je maar in de gaten houdt dat je wat geluksmomentjes hebt. Blijf praten met je partner of een vriendin of je ouders.
Borst of Flesvoeding :
Of je nu borst of flesvoeding gaat geven maakt helemaal niets uit. Het is namelijk een persoonlijke keuze en deze is dus altijd goed !
Mijn advies wel is haal altijd als je borstvoeding gaat geven een flesje in huis met wat kleine verpakkingen met kunstvoeding. Zodat je altijd voeding in huis hebt mocht de borstvoeding niet lukken.
Bij borstvoeding is het nodig om vitamine D en K aan te vullen. De kraamhulp gaat je hier meer uitleg over geven.
Denk bij borstvoeding ook aan makkelijke kleding. Een pyjama met een bloesje met knoopjes is echt een stuk makkelijker dan een pyjama trui die je helemaal uit moet trekken.
Apgar Score:
Apgar staat voor : A – Ademhaling
P – Pols en Hartslag
G – SpierspanninG
A – Aspect/Kleur van de huid
R – Reactie op Prikkels
Deze score wordt getest 1 minuut, 5 minuten en 10 minuten na de bevalling. Voor elk punt kan de baby max 2 punten behalen en kom je uit op een maximale score van 10. Als de baby laag scoort is dit een reden voor extra zorg. Deze score wordt bepaald door de verloskundige en/of de gynaecoloog.
Je bent nu onderaan de het e – book beland. Bedankt voor het lezen en misschien vind je sommige dingen wat overdreven, of andere dingen juist heel handig, maar kies de dingen eruit die jou wel fijn lijken en je hebt een mooie boodschappenlijst/tips/uitleg voor je kraamweek.
En, ben ik nog iets vergeten?
Mail me want dan kunnen we de tip/opmerking/toevoeging opnemen in dit e-book.
Tot Slot,
Volg altijd je eigen gevoel !
Lieve groet,
Suzan
Dit E – Book is gemaakt door : Suzan Doeswijk Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming worden overgenomen.